WAT UITLEG
- Het is belangrijk dat wiskunde speels gebeurd. Aan de wiskundige vaardigheden, begrip en inzicht wordt gewerkt in de kleuterklas.
- Per doel vind je 1 of meerdere activiteiten specifiek rond een doel werken. Maar je kan die activiteit op verschillende manieren invullen …
- Symboolbeelden worden gebruikt om een beter wiskundig inzicht te krijgen.
- De 10-structuur is belangrijk om snel bewerkingen en inzichten te verkrijgen.
- Als je dit symbool ziet, , is er ook een filmpje dat je kan bekijken samen met je zoon/dochter.
- Onder dit symbool, , vind je documenten die je kan gebruiken.
DOCUMENTEN
GETALBEELDEN, SYMBOLENBEELDEN en CIJFERBEELDEN
- Getalbeelden zijn de concrete voorstellingen van een getal bv 5 auto’s, 3 appelen.
- Symboolbeelden zijn de abstactere voorstellingen van de hoeveelheden van van een getal.
- Cijferbeelden zijn de voorstellingen wanneer we de getallen schrijven, de cijfers bv 1, 8, 12, …
- Cijferbeelden
WISKUNDIGE BEGRIPPEN
Erbij, samen, hoeveel,
ACTIVITEITEN
3 = |
Hoeveelheden koppelen: Hier koppelen de kleuters een aantal bv 5 blokjes aan een cijferbeeld. |
1,2, … 5 |
Doortellen tot 10: Je zegt een getal, de kleuters tellen door tot 10. Je begint gemakkelijk bv van 2 naar 5. De vingers mogen gebruikt worden. Om het moeilijker te maken kan je de symboolbeelden en cijferbeelden gebruiken. |
Groepjes maken: De kleuters maken groepjes van een een bepaald aantal voorwerpen. Zorg ervoo dat je heel veel voorwerpen hebt. Zo maak je het moeilijker voor de kleuters. Je zegt een getal of trek een kaart (symbool of cijfer). | |
Beelden herkennen: De kleuters herkennen twee voorstellingen: twee stapels kaarten, van elke stapel wordt er samen een kaart omgedraaid. Zijn ze hetzelfde, neem je zo vlug mogelijk de knuffel. Wie gewonnen heeft, krijgt een letterkoekje. Met de verzamelde letterkoekjes kan iedereen een woord vormen. Elk gevormd woord mag opgegeten worden. | |
1, 2, … 20 |
Tellen tot 20: Je stap naar de auto, de trap op, naar de keukentafel. Elk stap wordt geteld. Wanneer je aan 20 komt, mag je iets geks doen. |
+ |
Optellen met vliegemeppers: idee: vliegenmeppers, de spelleider tot twee hoeveelheden met zijn vingers. Hij verwoordt ze goed. bv “2 EN 3, hoeveel heb ik SAMEN ? Of “Als je bij 2, 3 ERBIJ doet, HOEVEEL heb je dan samen. Om het moeilijker te maken kan je de symboolbeelden en cijferbeelden gebruiken. |
Bewegingen dobbelen: Wat heb je nodig ? Een dobbelsteen … en het blad. Je dobbelt, doet een beweging dat overeenkomt met het aantal ogen en legt er een koekje, … op. Wie al eerste zijn/haar blad vol heeft is de winnaar. | |
Tellen in een eierdoos: eitjes in een doos, 10 seconden kijken, het juiste kaartje zoeken. | |
Matrix: |